Een Belgisch gezin gaf in 2016 gemiddeld 34.000 euro uit. Het grootste deel van de gezinsuitgaven (36 procent) ging naar de woning. Daarvan werd 30 procent (of 10.400 euro) voor de woning zelf en 6 procent (of 1.992 euro) voor de aankleding van de woning en het onderhoud voorzien.
Kleding onderaan
Ook transport en communicatie nemen met 15 procent een stevig hap uit het budget. Daarna kwamen persoonlijke verzorging en diensten (10 procent), cultuur en vrije tijd (7,5 procent), horeca (6,4 procent), gezondheid (4,6 procent) en kleding en schoenen (4,3 procent).
De gegevens komen uit het huishoudbudgetonderzoek dat de Algemene Directie Statistiek - Statistics Belgium heeft georganiseerd in 2016. Deze enquête wordt ook gebruikt voor de berekening van de consumptieprijsindex, voor de actualisering van de indexkorf en voor de schatting van de consumptieve bestedingen van de huishoudens voor de nationale rekeningen.
Wallonië
Vlamingen gaven verhoudingsgewijs meer uit voor meubels, huishoudtoestellen en onderhoudsproducten en voor hotels, cafés en restaurants. Walen besteedden meer geld aan energie-uitgaven en aan transport. De Brusselse huishoudens ten slotte besteedden meer geld aan hun woning, voeding en niet -alcoholische dranken.
Bron: Money Talks
![]() |
Als wij het niet verkocht krijgen, dan krijgt niemand het verkocht.