Ook al verhuurt u uw tweede verblijf nooit en puurt u er strikt genomen ook geen inkomsten uit, toch moet u het altijd verplicht opnemen in uw belastingaangifte.
Op alle vastgoed waarvan u eigenaar bent, betaalt u jaarlijks onroerende voorheffing. Alleen voor uw belangrijkste gezinswoning hebt u daarmee afgerekend met de fiscus. Ander vastgoed wordt via de jaarlijkse belastingaangifte nog een tweede keer belast. Dat geldt ook voor uw tweede verblijf dat u nooit verhuurt. De aangifteplicht is er zowel voor Belgisch als voor buitenlands vastgoed.
In België
Voor een tweede verblijf in België volstaat het om het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen aan te geven.
In het buitenland
Omdat er in het buitenland geen kadastraal inkomen bestaat voor uw vastgoed moet u in principe de gemiddelde jaarlijkse brutohuurwaarde van een tweede verblijf aangeven (ook al verhuurt u dat goed niet). Dat stemt overeen met de huurinkomsten die u zou kunnen opstrijken mocht u het pand het volledige jaar verhuurd hebben - rekening houdend met de gebruiken van het land en de ligging van uw woning.
In België
De fiscus indexeert het aangegeven kadastraal inkomen en verhoogt het vervolgens met 40 procent. Eventueel betaalde intresten voor de financiering van het vastgoed kunnen in mindering gebracht worden. Dat bedrag wordt bij uw overige inkomsten gevoegd en belast tegen uw hoogste belastingtarief. Dat zogenaamde marginale tarief bedraagt 25 procent en kan oplopen tot 50 procent (exclusief gemeentebelasting).
In het buitenland
Van de aangegeven brutohuur trekt de fiscus een kostenpercentage van 40 procent af. Eventuele intresten voor de financiering van vastgoed worden ook in mindering gebracht door de fiscus.
Bron: Tijd
Klik rechtsonder om het volledige artikel te lezen
Foto: Pixabay
![]() |
![]() |
Als wij het niet verkocht krijgen, dan krijgt niemand het verkocht.